5 juli 2015

Zondagbrief 5 juli 2015 – Griekenland

Vandaag is de dag van het Griekse referendum. Een referendum dat beslissend is over de toekomst van Griekenland. Hoewel de regering in Athene anders wil doen geloven, gaat het over de vraag over Griekenland in de eurozone blijft of niet.

Hoewel we nu weten dat Griekenland nooit voldeed aan de toetredingscriteria tot de eurozone, zal een vertrek voor de gewone Grieken dramatische gevolgen hebben. Veel sociaal-democraten kijken met verbijstering en verwarring naar de ontstane situatie. Hoe is dit zover gekomen? Veel mensen vinden het moeilijk uit alle mediaberichten nog een helder beeld te krijgen. Waar ligt nu de oorzaak van de problemen en hoe kunnen die worden opgelost?

Om de situatie in Griekenland te begrijpen moeten we terug in de tijd. In ieder geval tot de start van de euro. Om de euro te mogen invoeren moest voldaan worden aan een aantal criteria. Bij Italië en België was er al discussie geweest. Immers, zij voldeden niet aan het schuldcriterium. Toen in 2000 moest worden besloten over Griekenland was er nog meer twijfel. Nederland was tot het laatst toe kritisch, samen met de ECB. Uiteindelijk heeft Griekenland maar een jaar onder de tekortnorm van -3% gezeten! Precies in het jaar van toetreding tot de euro. Achteraf weten we dat de statistieken volstrekt onbetrouwbaar waren. Toen die waarheid in 2009 door de sociaal-democraat Papandreou werd blootgelegd, bleek het tekort in werkelijkheid -15,2%.

De toetreding tot de euro heeft voor Griekenland tot een immense zeepbel geleid. Goedkope kredieten jaagden de welvaart op, zonder dat de economie werkelijk structureel sterker werd. En overal ontstonden schulden. Een paar cijfers: In de periode 2005-2009 liepen de publieke uitgaven op van 45 naar 59% van het Bruto Binnenlands product (BBP). Tussen 2004 en 2010 verdubbelde de externe overheidsschuld. Ook de bestedingen van huishoudens steeg in die periode met 40%. Voor het overgrote deel op krediet.

Deze luchtbel is inmiddels leeg gelopen. De welvaart is weer met 25% gekrompen. Sommigen zeggen als gevolg van het Europese steunprogramma. Echter, zonder Europees steunprogramma was de instorting van de economie nog veel sneller en verder gegaan.

Jaren van wanbeleid heeft Griekenland met enorme problemen achtergelaten. Vrijwel alle kredieten zijn geleidelijk overgenomen door internationale instellingen waarbij het Europese noodfonds de grootste crediteur is. Eind 2012, ik was net minister, hebben we besloten de looptijden van deze leningen te verlengen tot gemiddeld 32 jaar en de rente te verlagen tot 1 a 1,5%. Wanneer wordt gezegd dat de Griekse staatsschuld, hoger dan 170% van het BBP, “onhoudbaar” is, wordt slechts gekeken naar dit hoge percentage. Echter, het gaat erom of Griekenland in staat is jaarlijks de rente en aflossingen te betalen. Door die lange looptijden en lage rente zijn deze jaarlijkse kosten van de Griekse schulden zeer laag.

De echte vraag is dan ook hoe er weer economische groei kan komen in Griekenland. En deze keer niet op krediet maar door daadwerkelijk de economie te versterken. Daarop richten de programma’s zich. Gesteund door zeer goedkope leningen wordt van het programmaland gevraagd de zaak op orde te brengen. In Griekenland gaat het om ernstige zaken, zoals het aanpakken van de belastingmoraal, de corruptie en vriendjespolitiek, de monopolies van beschermde machtige sectoren. Enkele voorbeelden:

In de afgelopen jaren zijn eindelijk onafhankelijke mensen benoemd bij belangrijke overheidsdiensten zoals de belastingdienst. Nu dreigen ze weer te worden ontslagen of worden vervolgd. Tijdens de onderhandelingen hebben wij er sterk op aangedrongen ook de grote rederijen eindelijk belasting te laten betalen. De regering-Tsipras was er niet toe bereid. Wij hebben voorgesteld in plaats van pensioenbezuinigingen veel meer te bezuinigen op defensie. Ondanks het feit dat Griekenland tot de landen met de hoogste defensie-uitgaven behoort, bleek de nieuwe regering hier niet toe bereid.

Premier Tsipras heeft vaak gezegd dat hij zijn verkiezingsbeloften niet wil breken en dat siert hem. Maar heel veel van zijn beloften vragen veel extra geld dat er niet is. En het gevoerde beleid tot nu toe heeft ertoe geleid dat mensen massaal hun geld van de bank haalden en investeerders werden weggejaagd.

Uiteindelijk liepen de gesprekken vast toen de Griekse regering een referendum uitschreef over een “akkoord” wat nooit was bereikt. Met een negatief advies…

En dat brengt ons bij de toekomst. Het is nu aan de Griekse bevolking. Maar we moeten eerlijk zijn. Griekenland komt er alleen boven op wanneer de diep gewortelde problemen worden aangepakt. Ik hoop zeer dat er eerlijke politici naar voren treden die bereid zijn die verantwoordelijkheid te nemen. En dat zij de steun krijgen van hun bevolking. Ik ben en blijf zeer gemotiveerd om de Griekse bevolking, die zo graag onderdeel van de Eurozone wil blijven, te blijven steunen.

Met vriendelijke groet,
Jeroen Dijsselbloem