Weekbrief van Hans Spekman
In mijn werkkamer hangt een schilderij van mijn opa. Het schilderij hangt naast het vaandel van de SDAP-afdeling Zevenhuizen. Een afdeling die hij met anderen heeft opgericht. De eerste zin van de afdeling luidt: ‘Vakman, veldarbeider organiseert u, doet elkaar niet onderkruipen om voor geen uitbuitersloon te arbeiden.’
De strijd voor eerlijk werk was een bittere noodzaak voor de generatie van onze grootouders. Mijn ene opa was timmerman, mijn andere opa veldarbeider, dagloner. Een dag regen betekende voor hem een dag geen geld. Mijn moeder kon daardoor de lagere school niet afmaken, want ze moest mee helpen de kost te verdienen.
Die dagen zijn gelukkig achter ons. Zo extreem is de achterstand niet meer. Daar is hard voor gestreden door vele sociaaldemocraten voor ons met hun bondgenoten. En met resultaat, we kennen inmiddels de achturige werkdag, een veertigurige werkweek en rechtsbescherming voorwerknemers. Iets waar we trots op mogen zijn en wat we moeten koesteren.
Want aan die zekerheden is de laatste 10 jaar helaas flink geknaagd. De flexibilisering is doorgeslagen, de hoeveelheid uitbuitingsconstructies zijn helaas ook nu weer legio. Onze grote strijdin dit kabinet is daarom blijven zorgen voor goed werk, voor eerlijk werk.
Dat wordt gezien. Dinsdag stuitte ik op het plein in Den Haag op een ‘demonstratie’ van FNV Bouw t Het was geen demonstratie tegen het kabinet, maar een demonstratie voor dit kabinet. FNV Bouw wilde daarmee laten zien blij te zijn met onze inzet om een einde te maken aan de doorgeschoten flexibilisering van arbeid en vroeg steun voor de Wet Aanpak Schijnconstructies. De wet van Lodewijk Asscher, onze wet tegen uitbuiting en schijnconstructies.
Daar ben ik trots op. De Partij van de Arbeid zal altijd haar naam eer aandoen door op te komen voor goed en eerlijk werk. Iedere dag weer. Deze week presenteerde het kabinet daarom een dienstencheque waarmee 14.000 mensen in de thuiszorg aan het werk kunnen blijven. bieden We zekerheid in tijden van verandering.
Dat is de partij waar mijn grootvader trots op zou zijn. Een partij die knokt voor goede zorg en ondersteuning, kleinschalig en zo dicht mogelijk in de buurt. Zonder onpersoonlijke indicaties, stopwatchzorg en megalomane instellingen die meer om productie draaien dan om de patiënt. Instellingen waar vakmanschap maar al te vaak niet wordt gewaardeerd maar genegeerd. Een partij die staat voor haar idealen. Een beweging die juist dan ook nooit de ogen sluit voor wat verandering betekent voor de mensen die nu werken in de thuiszorg. En partij die dus en de zorg verandert en banen behoudt.
Wie onze geschiedenis er op na slaat weet het – verandering en verbetering zijn nimmer gemakkelijk. Nu ook zeker niet. Daarom moeten we als partij, kabinet en fractie zorgen voor nieuwe zekerheid als oude oplossingen niet langer voldoen. We moeten de partij zijn die leert van goede voorbeelden, die ingrijpt bij fouten. De partij die al haar kennis, kunde en activisme in de strijd gooit voor een beteretoekomst. Deze week bewezen we precies dat voor 14.000 mensen. En werkgeversorganisatie VNO/NCW, die op hoge toon tegen de Wet Aanpak Schijnconstructies demonstreerde, weet het ook: wij kunnen de wereld veranderen.