Zondagbrief 10 juli 2016: Het zondig ras der reformisten
Het herstel van Nederland leek zich lange tijd te beperken tot de droge statistieken van het CBS. Maar inmiddels proef je het ontluikend optimisme ook op straat en achter de voordeur. De hypotheek staat niet langer onder water; eindelijk dat vast contract voor zoonlief; en het ruimere zorgverlof kon gebruikt worden voor de zorg aan de buurvrouw.
Er komt weer wat meer lucht in het leven van mensen. De werkloosheid is lager dan toen dit kabinet begon. De koopkracht stijgt weer. De inkomensverschillen nemen af. Tegen een gure economische wind in gerealiseerd. En met een weerbarstige coalitiepartner, die weinig opheeft met vaste contracten of eerlijk delen.
En toch knaagt het. Want het gaat beter met Nederland, maar nog niet met iedereen. Er dreigt een kloof in samenleving tussen degenen die profiteren van de vooruitgang, en zij die dat niet of te weinig kunnen.
Onze partij, opgericht om kansenongelijkheid te bestrijden kan zich hier niet bij neerleggen. We moeten aan de bak. Meer investeren in onze scholen. Een economie bouwen waarin er voor iedereen een plek is. Zorgen voor een samenleving waar je onbedreigd jezelf kunt zijn, in minirok, in hoofddoek, of met keppel. Ons werk is niet af. Nog lang niet.
Maar dat ons werk niet af is, is geen enkele reden om besmuikt of zelfs beschaamd te doen over de resultaten van de afgelopen jaren.
Dat de zorg bijvoorbeeld nog niet voldoet aan onze wensen en dat de bezuinigingen pijn deden, is helder. Dat er grote stappen zijn gezet eveneens. De wijkverpleegkundige krijgt haar vak terug. De Stichting Familiehulp neemt met menselijke zorg de plaats in van zorgmultinationals als TSN. De prijsvechtpraktijk wordt verbannen.
Het is maar een van de voorbeelden waar ik partijgenoten zie worstelen met onze strijd voor vooruitgang. Terechte worsteling. Maar hij slaat om in onnodige vertwijfeling wanneer we de geboekte vooruitgang telkens laten wegspoelen door de tragiek van wat nog niet bereikt werd.
Compromissen sluiten, fouten maken, weerstand ontmoeten. Het voelt minder lekker, het levert meer op. Het ‘onvervalste rode geluid’ klonk de afgelopen jaren misschien minder luid, maar de schoonmakers bij de overheid kregen een onvervalst vast contract en de jongeren krijgen een onvervalst volwassen loon. En meer dan 900 kinderen plus hun vaders moeders, broers en zussen kregen een verblijfsvergunning onder ons kinderpardon.
Toch hoorde ik vorige week op een partijbijeenkomst de verzuchting dat we niet hadden moeten gaan regeren, in deze moeilijke tijd, met onze tegenpool VVD. Echt? Wat hadden schoonmakers, jongeren en die kinderen daaraan gehad?
Laten we ervoor waken mee te huilen met de populisten van de feitenvrije illusiepolitiek. In Nederland mocht de PVV het in 2010 proberen en we weten allemaal hoe het land erbij lag toen ze in 2012 wegliepen. In Engeland zijn de populistische brandstichters schielijk weggevlucht van de Brexit-chaos die zij veroorzaakten. Er is geen tekort aan megafoons van het ongenoegen, er is een tekort aan nuance. Aan mensen die bereid zijn naar anderen te luisteren. En gezamenlijk een oplossing te vinden.
Den Uyl zei het al. Wij zijn het zondig ras der reformisten, die in de smalle marges van de politiek, stap voor stap onze idealen dichterbij brengen. Laten we aan die woorden het zelfvertrouwen ontlenen om de voor ons liggende opdrachten ook te kunnen vervullen. Die zijn veel te belangrijk om aan andere partijen over te laten.
Voor nu wens ik u een mooie zomer, met genoeg rust, overdenking en aandacht voor uw naasten. Dat ga ik ook doen. En dan vanaf september volle kracht vooruit richting de verkiezingen van Maart 2017.
Met vriendelijke groet, Diederik Samsom