Zondagbrief 11 oktober 2015: Mensen in nood verdienen steun
5 kilo suiker, 7,5 kilo spaghetti, 750 gram zout, 2,5 kilo witte bonen en een zak bloem. Het lijkt heel wat, maar hier moet een gezin in een vluchtelingenkamp twee maanden van leven.
Afgelopen week waren we in zo’n vluchtelingenkamp, 4500 kilometer van hier. Samen met trainers van de Foundation Max van der Stoel (FMS) bezochten we de Koerdische regio in Noord-Irak. De gesprekken met mensen die het oorlogsgeweld ternauwernood wisten te ontkomen en nu niet meer hebben dan een krappe tent op een open vlakte, plaatsen veel zaken in perspectief. De kinderen zijn nog uitgelaten, maar hun ouders ogen moe en wanhopig.
Met een groep Koerdische militairen trekken we later naar een gebied waar zij met minimale middelen en maximale moed de opmars van ISIS wisten te stuiten. Mede dankzij Nederlandse militaire steun hebben ze recent zelfs terrein terug weten te winnen, zo verzekeren de Peshmerga ons. Terwijl we uitkijken over een strookje niemandsland dat ons van ISIS-gebied scheidt, gaan onze gedachten onvermijdelijk uit naar de gruwelijkheden die zich daar afspelen.
Als iets tijdens ons bezoek duidelijk wordt, is het wel dat hulp keihard nodig blijft. In de eerste plaats voor de ruim 1,5 miljoen vluchtelingen die door de Koerden worden opgevangen. Zolang deze mensen relatief dicht bij huis blijven, hoeven ze de barre tocht naar Europa niet te maken. Maar dan is er wel voldoende voedsel nodig en basale voorzieningen als zorg en onderwijs. De tijd begint echter te dringen, met krimpende fondsen voor hulporganisaties en de winter in aantocht.
En ook ISIS is nog niet verslagen. Dat heeft overigens niet altijd met militaire slagkracht te maken. Onderlinge verdeeldheid staat een doorbraak soms in de weg, zoals bij de al maanden geplande herovering van de stad Mosoel. Meer internationale druk en bemiddeling is dus nodig om verschillen te overbruggen, wederzijds wantrouwen weg te nemen en samen op te trekken voor een veilig en stabiel Irak. Dat geldt ook voor Syrië, waar de situatie zo mogelijk nog complexer is.
Terug in Nederland zien we hoe het vluchtelingenvraagstuk ook hier de gemoederen bezig houdt. Dat dit naast hartverwarmende initiatieven ook tot veel vragen leidt is logisch. Dat het deze week tot gewelddadig protest kwam is echter volstrekt onacceptabel. Polariserende of ondoordachte uitspraken van sommige politici helpen daarbij trouwens ook niet.
Aan ons als PvdA’ers de opdracht om het hart warm en het hoofd koel te houden – internationaal, in politiek Den Haag én in de gemeenten. Zorgen moeten we serieus nemen en problemen zo snel mogelijk oplossen. Juist nu we gezien hebben hoe hoog de nood daar is, zijn we er van overtuigd dat het ook hier zal lukken om deze uitdaging samen aan te gaan. Want waar ook ter wereld, mensen in nood verdienen onze steun. Michiel Servaes, buitenlandwoordvoerder PvdA Tweede Kamerfractie
Bart van Bruggen, voorzitter Jonge Socialisten