Zondagbrief 19 april 2015 uit Washington
Een zondagbrief uit Washington op een bijzondere dag – Earth Day. Vandaag vroegen tienduizenden jongeren elkaar: wat kan ik doen om klimaatverandering tegen te gaan? Vanmiddag vertelde ik hen dat Nederland er voor gaat zorgen dat de komende jaren 30 miljoen mensen schoon drinkwater krijgen en 50 miljoen mensen een wc. Dat is ons de afgelopen jaren ook al eens gelukt, dus we gaan nu door. Alemnesh, een meisje van 17 uit Ethiopië kan meer tijd aan school besteden omdat ze niet meer elke dag kilometers hoeft te lopen om water te halen voor haar familie. Want er is nu schoon water vlak bij haar huis. Voor ons heel gewoon, voor veel mensen een klein wonder.
Eerder deze week ging het hier in Washington over het handelsakkoord tussen de Verenigde Staten en de Europese Unie (TTIP). Een nieuw akkoord is belangrijk voor een open economie als Nederland – het moet de internationale handel soepel en eerlijk laten verlopen. Dat is goed voor groei en banen. Ik had daarover een interessant gesprek met Michael Froman, de onderhandelaar namens de Amerikanen en een vroegere klasgenoot van President Obama. We spraken over de rode lijnen die Nederland trekt en over de effecten van een akkoord op ontwikkelingslanden. Want ook ontwikkelingslanden kunnen effecten merken van een nieuw handelsverdrag. Verschillende studies laten verschillende uitkomsten zien: soms vooral positief, maar er zijn ook zorgelijker resultaten. Op mijn reizen naar ontwikkelingslanden zie ik hoe belangrijk handel kan zijn: veel mensen verdienen er hun brood mee en het trekt velen uit de armoede, maar oneerlijke handel kost meer dan ons lief is. Daarom laat ik nu zelf onderzoek doen om te weten te komen wat hoe we ontwikkelingslanden laten profiteren. Michael Froman had daar wel oren naar. We hebben afgesproken dat ik de resultaten van de studie met hem zal delen.
Onze rode lijnen had ik hem in een eerder gesprek al gemeld, en die heb ik nog eens herhaald: we willen meer banen door eerlijke handel maar geen verlaging van onze standaarden voor voedselveiligheid, de chloorkippen komen er niet in. Ook onze milieu- en dierenwelzijnstandaarden verlagen we niet. Het ISDS XYZ moet radicaal hervormd. Wij willen niet dat bedrijven met dreiging van miljardenclaims democratische besluitvorming onder druk kunnen zetten en ook aan misbruik door brievenbusfirma’s moet een eind komen. Die regels moeten zo worden aangescherpt en verduidelijkt dat iedereen weet waar hij aan toe is. Het goede nieuws is dat Cecilia Malmstrom, de Eurocommissaris Handel deze week tijdens een lezing in mijn geboortestad Maastricht liet weten dat zij het ‘plan Ploumen‘ – dat ik maakte met sociaal democratische collega’s uit 6 andere landen, waaronder mijn Duitse SPD collega – daarover steunt.
Ook sprak ik met Thea Lee van de vakbond ACL-CIO over TTIP. De Amerikaanse vakbonden zijn kritisch over de handelsakkoorden en de relatie tussen hen en de werkgevers is zeer gepolariseerd. Ons poldermodel maakte haar jaloers: in de VS staan de vakbonden en de werkgevers vaak lijnrecht tegenover elkaar en is er zelfs geen overleg mogelijk. En hoewel het tussen Ton Heerts en Hans de Boer regelmatig hard knettert, schuiven ze toch altijd weer aan tafel bij Mariëtte Hamer. Reden dat ik aan de SER advies heb gevraagd of er, behalve de gebruikelijke bepalingen in handelsakkoorden om onze arbeidsnormen veilig te stellen, wellicht extra waarborgen nodig zijn. Met de Amerikaanse vakbond besprak ik onze zorgen over de Regulatory Cooperation Body, een instituut dat toekomstige regels gelijk moet gaan schakelen. Over dat onderdeel van TTIP verwacht ik in de toekomst veel discussie. Dat zou terecht zijn. Want er moet ruimte blijven om verschillen van inzicht zoals ik die hiervoor noemde, tot uitdrukking te blijven brengen. Die afweging is altijd een politieke en kan nooit worden uitbesteed aan technocraten, laat staan bedrijven. De EU en de VS moeten de volledige beleidsvrijheid behouden om maatregelen te nemen met het oog op publieke belangen als zorg en milieu.
Dat gaat gelukkig velen aan het hart. Het milieu bracht vandaag tienduizenden jongeren naar de Mall in Washington om samen Earth Day te beleven. Er waren bands, beroemdheden en ook backstage was de sfeer bijzonder. Ban Ki Moon, de secretaris generaal van de Verenigde Naties riep op om in onze strijd tegen armoede niemand te vergeten, niemand achter te laten. En daarvoor kreeg hij terecht het grootste applaus!
Ik wens u een fijne, gezellige zondag!
Lilianne Ploumen (PvdA-minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking)