Zondagsbrief 26 oktober: Laten gaan – ik kan het niet
Boos en verbaasd werd ik toen ik hoorde dat in de stad Utrecht de Citoscore al in groep zes (!) voortaan bepaalt welke middelbare school een leerling mag kiezen. Niet omdat mijn kinderen nog op school zitten, hen gaat het goed. Ze hebben notabene een juf Nederlands als moeder. Nee, om al die kinderen uit onze wijken die begonnen met een achterstand en die in groep zes nog aan het wegwerken waren. Dan mag je ze niet voortijdig de weg naar het hoogste onderwijs verbieden.
Ik dacht dat deze periode van ongelijkheid achter ons lag. Mijn drie zussen moesten nog naar de huishoudschool, eenvoudigweg omdat ze uit een arbeidersgezin kwamen. Ze kregen de kans niet. Laten we dertig jaar later groepen leerlingen die begonnen zijn met een achterstand hetzelfde gebeuren? Nee, ik zal me inzetten voor deze groep. We moeten er politiek van maken omdat ons ideaal van gelijke kansen wordt aangetast.
Er politiek van maken. Dat is de activistische politiek die ik eerder al heb bepleit. Kijken wij weg van deze leerlingen of kijken we naar hen om?
Hetzelfde geldt voor de lerares die ik sprak. Ze was in tranen, omdat ze nog meer van haar kostbare tijd in papierwerk moet gaan steken. Bovenop de eindeloze hoeveelheid verslagen en behandelplannen die zij al schrijft, had ze te horen gekregen dat ze nu ook verslagen moet gaan maken van de sociaal-emotionele ontwikkeling van haar leerlingen. ‘ Dat vraagt de inspectie van ons,’ was het argument.
Ik heb me voorgenomen voor niet te rusten voordat ik helder heb door wie en waarom dit is bedacht. Wellicht is er een goede reden, dan vertel ik de leerkracht dat. Zo niet dan is politieke actie op zijn plaats. Laten gaan – ik kan het niet.
Activistische politiek, dat geldt zeker ook voor de ombudsteams. Een paar weken terug heb ik -voor de afdelingen Blaricum, Eemnes en Laren- ons 163ste ombudsteam mogen openen. In onze ombudsteams staan ongeveer zeshonderd vrijwilligers klaar om mensen te helpen met zaken die mensen dagelijks raken: overlast, juridisch getouwtrek, gebrekkige huisvesting of schulden.
Onze partij staat zij aan zij met de mensen die deze problemen aanpakken. Een beweging als de onze drijft op de kracht van mensen. De ombudsteams helpen mensen en signaleren problemen uit de praktijk waar de politici van ons iets mee moeten en iets mee doen. In de Raad, in de Kamer, in de Staten of daarbuiten.
Net zoals Jan Schuurman Hess; één van onze leden. Hij maakte een voettocht door het land. Hij heeft onrecht gezien en inspiratie opgedaan. Hij is de initiatiefnemer van de Kleine Scholen Coöperatie. Dit hoort bij onze partij. Een partij die werkt vanuit idealen, met ogen en oren, tussen de mensen, die fouten als eerste signaleert en daar iets mee doet. Een partij die nieuwe oplossingen bedenkt die bij de tijd en onze waarden passen. Dat noem ik activisme. De houding van een sociaaldemocraat. Dat is ook wat we gister op onze politieke ledenraad hebben besproken bij de commissie van Jan Hamming ‘ Einde aan de machteloze politiek’ , over politiek van waarde.
Mijn moeder, die zelf de lagere school niet kon afmaken omdat ze spruiten moest gaan plukken op het land, dacht er precies zo over. Zo heeft ze mij en mijn zussen ook opgevoed: de kans die zij en mijn zussen niet kregen, heeft ons gemotiveerd om te knokken voor alle mensen. Een goed leven voor iedereen. Met gelijke kansen. Ook voor die leerlingen bij mij uit de wijk.
Met vriendelijke groet, Hans Spekman